Als je op zaterdagmiddag in Surhuisterveen op De Kolk was, kon je hem ontmoeten bij de 'Feanster Toer' waar hij zijn kunsten aan de bevolking toonde. Daar stond hij met zijn fiets, een zadel omgekeerd op de voorstang gelast, voeten op de trappers, stilstaand en met de jeugd pratend. Voor menig kind was hij de held, de circusartiest die gratis zijn bijzondere kunsten vertoonde.

Tekenend voor zijn houding ten opzichte van werken, was een voorval in Harkema. Er stonden op een mooie zomeravond een paar man op de hoek van de straat te praten toen Aan achterstevoren zittend op de fiets, voorbij kwam. Een van de mannen, Aan Spinder, vroeg aan Aan 'wêrom dochst do net gewoan en gjin oan 't wurk'. Aan antwoordde, 'ik de hiele wyke swier arbeidzje en dan saterdeimiddeis it fertsjinne jild oan de frou jaan. En moandei wer opnij begjinne. Dêr ha ik gjin sin oan'.