Afstand: | 14,5 km |
---|---|
Duur: | ± 3 uur |
Ondergrond: | De hele route loopt over verharde wegen en fietspaden. km |
Honden: | Op openbaar terrein zijn honden toegestaan. |
Geopend: | januari t/m januari |
Bijzondere historische info
Deze route voert u over de Ljouwerterdyk, die in 1851 werd verhard. Het ernaast gelegen ‘Stenen Padt’ werd al veel langer door wandelaars gebruikt. Het komt al in een document uit 1698 voor. U volgt de ‘dyk’ richting Marrum, één van de mooiste terpdorpen van Noord-Friesland. Wanneer u Hallum bent gepasseerd, vervolgt u uw tocht langs het oude jaagpad van de Hallumertrekvaart. Vlak voor Bartlehiem neemt u het in 1647 aangelegde jaagpad voor de trekvaart over de Ee. Wanneer u Burdaard nadert, ziet u De Zwaluw al van afstand liggen. De hoogste molen van Friesland is na een brand in 1972 lange tijd niet meer geweest dan een zwartgeblakerde onderbouw. Eind jaren ’80 is de oude koren-, pel- en houtzaagmolen in ere hersteld. In Burdaard vindt u ook het Ruurd Wiersma-hûs. In dit museum kunt u genieten van de prachtige naïeve schilderkunst van deze oud-melkvaarder.
(De Zwaluw)
Landschapskarakteristiek
Het terpenlandschap is een uitgestrekt landschap met landbouw- en graslanden. Verspreid in het landschap staan boerderijen en staten. Aan de zeedijk bij Marrum ligt het recreatiebedrijf de Seedykstertoer. Een tot uitkijktoren omgebouwde silo biedt u prachtige vergezichten over het weidse Wad. De Hallumertrekvaart is een rechte gegraven vaart met daarlangs een fietspad. De Dokkumer Ee is omzoomd met riet. Burdaard is een bekende aanlegplaats voor watersporters, dit geeft het dorp in de zomer een gezellige drukte.
Begin- en eindpunt
De route start bij Wooncentrum Foswert aan de Marrumerweg. Vanaf het parkeerterrein gaat u linksaf richting Marrum. Over het fietspad langs de Ljouwerterdyk komt u in Marrum. Tegenover het voormalige treinstation steekt u de N357 over naar het kerkje van Westernijtsjerk De knooppunten zijn 42-55-35-21-52-54-48-47-53-80. .
De route eindigt bij de brug in Burdaard. Als u start in Burdaard loopt u langs de Dokkumer Ee in zuidwestelijke richting naar Tergracht. Vanaf Tergracht loopt u langs de Iedyk en de Hallumertrekvaart naar Hallum.
Mensen met aanzien
Op het zuidelijke gedeelte van de terp van Ferwert ligt het Vrijhof. Dit opmerkelijke en sfeervolle plein dankt zijn naam aan de traditie dat het kerkelijk terrein buitengesloten was van wereldlijk recht. In de Middeleeuwen konden misdadigers zich hierdoor op dit 'gevrijd terrein' betrekkelijk veilig voelen. De kerk aan het plein is één van de mooiste plattelandskerken in Friesland. Ze is zo groot dat ze in een stad niet zou misstaan. Hieruit kunnen het belang en de rijkdom van het vroegere Ferwert worden afgelezen. Het dorp was, gezien het aantal states dat het telde, een geliefd vestigingsplaats van aanzienlijke families. Tot 1580 had het ook een eigen klooster, Foswert, dat halfweg Wanswert, ten zuiden van Ferwert heeft gelegen
Asielzoeker
Een van de adellijke families die in Ferwert domicilie koos, waren de Herjuwsma's. Gemme Herjuwsma gaf waarschijnlijk eind 15de eeuw opdracht voor de bouw van de familiestate op de Burmaniaterp, dicht bij de Marrumerweg, op de plaats van de huidige ijsbaan. De belangrijkste bewoner van de Herjuwsma-state was Gemme van Burmania, beter bekend als 'de Stânfries'. Volgens de overlevering, die overigens nergens op schrift wordt geboekstaafd, zou hij op 26 oktober 1555 bij het afleggen van de eed aan de nieuwe vorst Filips II (die Karel V opvolgde) niet zoals gebruikelijk zijn geknield, maar blijven staan. Met 'Wy Friezen knibbelje allinnen foar God' (Wij Friezen knielen alleen voor God), zou hij zijn gedrag hebben verklaard. Of het klopt kan niet meer worden bewezen. Wel zeker is dat Gemme van Burmania zich zijn hele leven heeft ingezet voor recht en vrijheid, waardoor hij onder de hertog van Alva gedwongen was naar Duitsland te vluchten.
Ongeschonden verleden
Net als Ferwert, komt Marrum al voor in de registers van het klooster Fulda uit de 9de eeuw. De terp van het dorp is nooit afgegraven. Daardoor is de radiale structuur nog altijd goed te herkennen in de loop van de straatjes. Ook beide ringwegen rond de terp zijn nog aanwezig. Wanneer u de route even verlaat, voor een rondje over de ringweg langs de zoom van het dorp, krijgt u een goede indruk van de oorspronkelijke beslotenheid van het terpdorp.
Zoals veel kerken in het terpengebied, stamt ook de kerk van Marrum uit de 13de eeuw. Een periode van relatieve rust en rijkdom, na de aanvallen van de Noormannen en voor de twisten tussen Schieringers en Vetkopers. De grotendeels bakstenen kerk, verving de tufstenen kerk van twee eeuwen eerder. De kerk heeft in de loop der jaren vele veranderingen ondergaan. Zo blijkt uit een brede nis in de zuidmuur, dat hier ooit een aanbouw moet zijn geweest. Tijdens de Franse Revolutie werden de gebrandschilderde ramen uit de 17de of begin 18de eeuw ontdaan van hun wapens. In 1858 kreeg de kerk een nieuwe, ingebouwde toren.
Freerk van Hallum
Ook Hallum heeft een ongeschonden terp. Het dorp huisvestte vroeger evenals Ferwert vele adellijke families. In de directe omgeving bevonden zich bovendien twee kloosters. Het grootste was klooster Mariëngaarde, in 1163 gesticht door de Hallumer pastoor Freerk. Deze arme boerenzoon kon volgens zijn levensbeschrijving, de vita Fretherici, gaan studeren dankzij de kostbare ring die zijn moeder om de hals van een slang vond. Freerk studeerde in Westfalen en kwam terug naar Hallum om er pastoor te worden. Na de dood van zijn moeder besloot hij het klooster te stichten.
Mariëngaarde was een Praemonstratenzerklooster dat zich bezighield met de (ziels)zorg in de omringende dorpen, onderwijs en ontginningswerk. Het klooster groeide snel en had zoveel bezoekers en bewoners dat Freerk besloot een apart vrouwenklooster te stichten: Bethelehem, vlak bij het tegenwoordige Bartlehiem. Na een bloeitijd van twee eeuwen, ging het in de 14de en 15de eeuw snel minder met Mariëngaarde, mede door de Hoekse en Kabeljauwse twisten. De reformatie in de 16de eeuw kondigde het einde aan van het klooster.
Jaagpaden en vroege industrie
U vervolgt uw route over twee oude jaagpaden voor de trekvaart, langs de Hallumer Trekvaart en de Dokkumer Ee. Koren-, pel- en houtzaagmolen De Zwaluw wijst u, boven het vlakke land uitstekend, de richting naar Burdaard. In dit dorp vindt u ook het industriële monument De Eendracht uit 1916, ooit de thuisbasis van de Coöperatieve Vereniging tot aankoop en bereiding van veevoeder. De coöperatie werd in navolging van de succesvolle melkfabriek Concordia in 1915 opgericht door boeren in en rond Burdaard. Na een gloedvolle start, kwam de meelfabriek in de crisisjaren in de problemen. Het pand kreeg vele bestemmingen tot het in de jaren '90 leeg kwam te staan en verpauperde. In 2003 kocht de landelijk bekende architect Gunnar Daan het gebouw op om er zijn architectenbureau in te vestigen.
Ode aan de naïeve schilderkunst
In Burdaard ligt ook het woonhuis van de melkvaarder Ruurd Wiersma. Nadat zijn oliekachel op een koude dag in 1965 ontplofte, besloot Wiersma zijn zwartgeblakerde kamerwanden met wit behangpapier te overplakken. Om de saaiheid te doorbreken, kocht hij penselen en fietslak en beschilderde zijn hele huis in een naïeve schilderstijl. Op verzoek van vrienden en bekenden die de opmerkelijke stijl waardeerden, begon hij ook schilderijen te maken. Na zijn dood in 1980 is het huis van Wiersma in zijn geheel in tact gelaten als een monument voor naïeve schilderkunst.