Afstand: | 3,5 km |
---|---|
Duur: | 0,75 uur |
Ondergrond: | De gehele route loopt over verharde paden en wegen km |
Honden: | Op openbaar terrein zijn honden toegestaan |
Geopend: | janauri t/m december |
Bijzondere historische informatie
De Zwagermieden is één van de miedengebieden van de Noordelijke Wouden. Ongeveer duizend jaar geleden vestigden de eerste permanente bewoners zich hier. Zij kwamen uit de kleistreek en trokken via veenriviertjes de veenmoerassen binnen. Met sloten en greppels werd de natte veengrond ontwaterd en zo tot bruikbare landbouwgrond gemaakt. Deze pioniers legden de basis voor de huidige indeling van de dorpsgebieden en de verkaveling in lange stroken. De dorpskernen liggen nu op hogere zandruggen, maar dat is vanaf het begin van de bewoning niet altijd zo geweest. In deze streek schoven de eerste nederzettingen vanuit de nu lager liggende miedengebieden op naar de hogere grond; de zandruggen. In de Mieden vinden we daarom nog sporen van vroegere bewoning zoals oude huisplaatsen en kerkhoven.
Tegen het einde van de Middeleeuwen was de ontginning van het gebied voltooid. Omdat er nog steeds geen veen aanwezig was en de behoefte naar brandstof groeide, werd in de 18e en 19e eeuw turf gewonnen. Verlande petgaten maar ook wijken en kanalen zijn daarvan nog de overblijfselen.
Landschapskarakteristiek
Het gebied van de Zwagermieden heeft een bijzondere ligging, op de overgang van het oudere zand naar het jongere venen kleilandschap. Kenmerkend is de grote openheid van laag gelegen weiland afgewisseld met bosjes en ruige rietvelden van eerdere petgaten. Loopt u verder naar het noorden, over de Petsloot, dan staat u aan de rand van natuurgebied Rinsma Pôlle.
Begin- en eindpunt
Uw wandeling begint in het poldergebied van de Zwagermieden bij knooppunt 20. De te volgen knooppunten zijn: 20-58-54-73-88 Op een T-splitsing, waar de wegen Mieden, Eastbroeksterwei en Langwearsterwei bij elkaar komen, wandelt u in noordelijke richting over laatstgenoemde weg. Bij deze kruising komt u ook de routes 21 Westergeest en 25 De Triemen tegen. Boven de Petsloot ligt het prachtige natuurgebied Rinsma Pôlle. Voorbij deze streek komt u uit bij Driesum, waar u de Rinsma State ziet liggen. Het park rondom deze state is toegankelijk voor wandelaars.
Rinsma State
Aan de oostzijde van Driesum staat, omgeven door het park Driezumer Bos, de Rinsma State. Tegenwoordig is het een landhuis, maar in vroeger tijden hebben er verschillende bouwwerken gestaan die bekend stonden onder deze naam. In 1511 wordt het vermeld als 'Riensma gued', later in 1664 noemde men de state 'Buwinga', naar de toenmalige eigenaar Taco Buwinga. In 1745 kocht Fecco Dominicus, baron van Sytzama, het huis met bijbehorend landgoed. Hij liet de state afbreken en op dezelfde plaats een nieuw huis bouwen. Het huidige huis ontstond na een ingrijpende verbouwing in 1843, uitgevoerd in opdracht van Douwe Jan Vincent van Sytzama.
Rinsmapark
Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog, toen de state dienstdeed als bejaardenhuis, werd deze door meerdere bommen getroffen. Hierdoor brandde het hoofdgebouw uit. Later werd het pand herbouwd. Tot 1999 was de state het gemeentehuis van Dantumadeel. Nu is het pand eigendom van Dirk Scheringa. Hij heeft het gebouw en de tuin volledig laten restaureren en teruggebracht in de oude stijl. Zo is de tuin weer ingericht naar het originele ontwerp van Lucas Pieters Roodbaard. De state is niet toegankelijk, maar het park rond het huis wel.
Driesum
In 1895 stuitte een arbeider, bij het graven van een sloot in de buurt van de Driesumer terp, op ongeveer 500 munten. Het bleken munten te zijn uit de Romeinse tijd. Op de oudst bewaarde munt staat Valerianus Pater, die van 253 tot 259 na Christus keizer was van het Romeinse Rijk. Het is duidelijk dat deze munten van onschatbare waarde zijn. De arbeider, niet wetend van dit alles, verkocht ze destijds aan een slager voor niet meer dan een kwartje.
In de 10e eeuw was er al sprake van permanente bewoning op het grondgebied van het huidige Driesum. De bewoners verenigden zich op het vruchtbare kleigebied ten noorden van het dorp op de Driesumer terp. Deze terp is in de Tweede Wereldoorlog afgegraven. Het waren de terpbewoners die het moerassige landschap in cultuur brachten. Zij groeven lange sloten waarlangs ze boerderijen bouwden. Nadat onder andere Bonifatius de heidense bewoners had bekeerd tot het christendom, werden er houten kerken gebouwd. Zo onstond er langzamerhand een buurt.
Eerste burgemeester
De gemeente Dantumadeel kreeg haar eerste burgemeester in 1851. Douwe Jan Vincent van Sytzama maakte deel uit van de adellijke bovenlaag van Driesum en woonde destijds in Rinsma State. Naast zijn burgemeesterschap was hij lid van de Friese Staten én kamerheer van Koning Willem III. Deze heer van stand lag vaak overhoop met de Driesumer schoolmeester en dichter Hjerre Gjerrits van der Veen. Hij dichtte eens:
'In doarp mei in hear is in lok,
in hear mei in doarp is in flok.'
('Een dorp met een heer is een geluk,
een heer met een dorp is een vloek.' )
Burgemeester Douwe Jan Vincent van Sytzama