Landschapsbeheer Friesland. Alle Rechten Voorbehouden." /> Historische Wandelpaden - LandschapsBeheer Friesland - Wandelroutes

Wandelroute 11. Muntsegroppe

Afstand: 5,6 km
Duur: 1 uur
Ondergrond: 1 kilometer over verharde wegen, 4 kilometer loopt over graspaden en zandpaden.
Honden: Honden zijn toegestaan.
Geopend: januari t/m december
Streekverhalen: open pagina
Kaart: geen kaart beschikbaar
Gps: geen gps route beschikbaar
printen: printversie
Bijzondere historische info:
Deze historische route leidt u door een deel van Friesland dat bekend staat om zijn houtwallen en elzensingels. De dorpen langs de´Monniksgreppel´ route zijn ontstaan rond de tijd (16de en 17de eeuw) dat hier turf werd gewonnen en afgegraven. Dit duurde zo´n twee eeuwen, waarna het gebied in een neerwaartse spiraal terecht kwam. Eind negentiende, begin twintigste eeuw behoorde de regio tot een van de armste streken van Nederland. Sporen van deze armoede vindt u terug in zowel de bebouwing (keuterboerderijtjes en arbeidershuisjes) als in themapark De Spitkeet. In dit openluchtmuseum is een plaggenhut nagebouwd, evenals één van de eerste woningwetwoninkjes.

Cultuurhistorisch van waarde zijn ook het kerkhof, de klokkestoel en enkele boerenplaatsen even buiten Drogeham. Zij herinneren aan het klooster dat Buwe Harkema hier in 1242 stichtte. Hij volgde daarbij het voorbeeld van een zekere Gerke die zijn kapitaal in een klooster investeerde, waarvan de naam Gerkesklooster behouden is gebleven. De naam van de weg waarlangs een groot deel van het historisch wandelpad voert, de Muntsegroppe, komt al op kaarten uit 1540 voor. Of het toentertijd daadwerkelijk een greppel was, of alleen een streep op de kaart om de scheiding tussen het particuliere eigendom en het kloosterland aan te geven is onbekend. Zeker is wel dat er rond 1720 daadwerkelijk een pad is aangelegd.

Landschapskarakteristiek:
De Mûntsegroppe voert u door het gesloten zandgebied met houtwallen en elzensingels. De dorpen zijn ontstaan uit de turfgraverij en dat is nog te zien aan de keuterboerderijtjes. Het landschap wordt gekenmerkt door kleine weilanden, oude paadjes, maar vooral ook door pingoruïnes en mooi intact gebleven houtwallen en elzensingels. Dit historisch wandelpad voert door een gebied dat eind negentiende, begin twintigste eeuw tot de armste van Nederland behoorde.

pagina 2

terug naar overzicht