Wandelroute 15. Kollum - Kollumerpomp
|
Accomodaties: |
Begin- en eindpunt
Uit de hoofdplaats van de gemeente Kollumerland c.a. wandelt u vanaf de kruising van de Voorstraat en de Gysbert Japicxstrjitte naar het noordoostelijke gelegen dorp Kollumerpomp. Over een deel van een oude handelsroute verlaat u het dorpsgebied van Kollum naar de weg met de naam Brongersmaweg die u Kollumerpomp in leidt. Achter de boerderijen die u passeert, loopt het water de Pompsterried.
Kollum
De geschiedenis van Kollum gaat terug tot ongeveer 750 na Chr. Het dorp bestond slechts uit een kleine nederzetting, Colheim, later Kollumerterp. Door de natuurlijke ligging van Colheim aan een brede natuurlijke stroom (de Dwarsried) die in verbinding stond met de Lauwerszee, was Kollum geschikt als haven voor de uitvoer van boter, kaas en vooral granen. Tussen 11de en de 13de eeuw breidde het dorpsgebied van Kollum zich uit en ontwikkelde het dorp zich tot een centrum voor de omgeving. Zo kreeg het in de 16de eeuw een waaggebouw, waardoor een aanzienlijk deel van de Dokkumer kaashandel naar Kollum werd overgebracht. De centrumfunctie van het dorp werd onderstreept met de bouw van een rechthuis.
De 17de en 18de eeuw waren voor Kollum tijden van groei en bloei dankzij handel en scheepvaart. In het midden van de 17de eeuw kwam op kosten van de stad Dokkum de Stroobosser Trekvaart tot stand, waardoor Kollum via de korte Kollumer Trekvaart een goede verbinding kreeg met het zuiden.
Gedurende de 19de eeuw kwam er in het zuiden ten westen van de trekweg nogal wat bebouwing bij. Daarna, tijdens de 20ste eeuw en vooral na de oorlog is Kollum sterk uitgebreid. Kollum heeft een tegenwoordig een beschermd dorpsgezicht. In totaal zijn er 31 monumenten te vinden, waaronder de gereformeerde en hervormde kerk, het voormalig postkantoor en voormalig raadhuis.
Rechthuis
Het rechthuis was op 3 en 4 februari 1797 het toneel van het zogenaamde Kollumer oproer. Dit werd veroorzaakt door een toenemend verzet tegen de burgerbewapening, ingesteld door de Franse overheersers om bestand te zijn tegen de Prinsgezinden. De arrestatie en gevangenneming in het Kollumer rechthuis van de oranjegezinde Abele Reitzes, zorgde voor zoveel opschudding in de regio; een grote menigte verzamelde zich om hem te bevrijden. Op de weg naar het rechthuis werden grote vernielingen aangericht. Door met groot machtsvertoon dit oproer in de kiem te smoren en 168 mensen te arresteren, wisten te patriotten de rust terug te brengen.
Hervormde kerk
De hervormde St. Maartenskerk is een laat-gotische kerk. Het koor dateert uit de tweede kwart van de 15de eeuw en kort hierop is het tweebeukige kerkschip met brede spitsboogvensters tussen steunberen gebouwd. De deels tufstenen toren dateert uit de vroege 13de eeuw, maar werd daarna verhoogd en verschillende malen gerepareerd. De kerk is een van de weinige, nog geheel met kruisribgewelven overspande kerken. Tussen de beide beuken staan forse kolommen met smalle lijstkapitalen. Bij de restauratie zijn op de gewelven fragmenten van gewelfschilderingen gevonden. De preekstoel en het doophek in de kerk zijn in de 17de en 18de eeuw gemaakt.
(Hervormde kerk)
Gereformeerde kerk
De gereformeerde kerk in de Oosterstraat dateert uit 1925. Het is een ontwerp van architect Egbert Reitsma, die vooral bekend staat om zijn bakstenen architectuur. Reitsma maakte deel uit van de Groninger kunstenaarskring De Ploeg. De modern ogende plafondschilderingen zijn van George Martens, ook lid van dezelfde kunstenaarskring. Alle interieuronderdelen in de kerk, zoals het doopvont, de plafondbeschildering, de geometrische hanglamp en het glas-in-lood zijn met zorg in de Amsterdamse Schoolstijl gevormd.
De Pompsterried
De oude slenk de Pompsterried is een uitloper van de Lauwerszee. De oostwest verlopende lijn waarop De Pomp ligt is een zeedijk uit de 14de eeuw. Op de plaats van De Pomp loopt een Ryd (tegenwoordig Ried) door de dijk. Toen de dijk er nog niet was, zorgde deze Ryd voor de waterafvoer op de Waddenzee. Langs de gehele Fries-Groningse kust tot in Oost-Friesland toe, vind je de benaming Ryd voor deze natuurlijke, door de zee in het slik uitgesleten afwateringen. Het begrip Pomp of Pump, Pumpe of Pomper (afhankelijk van het taalgebied) is een oude benaming voor een waterdoorlaat door een dijk of onder een weg. Tegenwoordig heet het een duiker.
De Pomp maakte waterverplaatsing mogelijk van de ene kant van de doorstroombelemmering naar de andere kant. Het oude gezegde 'Door de pomp gaan' (van mening veranderen) is hiervan afgeleid. De meest eenvoudige doorlaat had aan de zeekust vaak een eenvoudige vloedklep. Bij eb werd het water vanzelf op eigen stroom afgevoerd. Bij vloed echter drukte het opkomende water de klep dicht. Het Ried kreeg later de naam Pompsterryd en stroomt nog steeds door het landschap.
Kollumerpomp / de Pomp
Aan de omstreeks 1315 aangelegde oude dijk, die in 1529 slaperdijk werd toen om het Nieuwkruisland een nieuwe dijk was aangelegd ligt Kollumerpomp. Het dorp wordt ook wel in het Fries De Pomp genoemd. Kollumerpomp is lang een buurtschap bij Kollum geweest, maar heeft nu de status van dorp. Op de Nieuwe Zee- of Buitendijk staat het 'contributiehuisje' dat het waterschap Zeedijken Contributie Kollumerland en Nieuw Kruisland in 1828 liet bouwen. Het werd gebruikt als stormwachtershuisje en vergaderruimte. Ook heeft het dorp een watermolen (1845). De torenloze gereformeerde kerk van Kollumerpomp kwam in 1906 aan de Foyingaweg tot stand. Het jaartal is in de bekroning van de geveltop te lezen.
Een klein aantal mensen in de Pomp spreekt het Nedersaksische (Gronings) dialect Kollumerpompsters of Pompsters, dat veel Friese invloeden heeft. Het Pompsters is een overgangsfase tussen het Woud-Fries, dat in het westen van Kollumerland gesproken wordt en het Westerkwartiers, een Saksisch dialect dat in drie dorpen in oostelijk Kollumerland en in het aangrenzende deel van Groningen gesproken wordt. Zo heeft het Pompsters de Friese ''g'' [gh] behouden, terwijl men in de omliggende dorpen Warfstermolen, Munnekezijl en Burum de ''g'' op zijn Nederlands uitspreekt. Toch heeft het Pompsters meer gemeen met het Nedersaksisch dan met het Fries en wordt het daarom tot de Nedersaksische dialecten gerekend.
pagina 1 terug naar overzicht